Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Duits Nederlands
  • das Abitur = eindexamen (vwo)
  • aufklären = informeren, ophelderen
  • beraten = adviseren
  • daheim = thuis
  • das Handy = het mobieltje
  • das Verbrechen = de misdaad
  • der Erfolg = het succes
  • der LKW = de vrachtwagen
  • der Topf = de pan, de pot
  • die Bildung = de vorming
  • die Gesellschaft = de samenleving, de maatschappij
  • die Messe = de beurs; de mis
  • die Trümmer = het puin
  • die Zusammensetzung = de samenstelling
  • erforderlich = noodzakelijk
  • erzeugen = opwekken
  • gerade = juist, net
  • hervorrufen = teweegbrengen
  • klingeln = (aan)bellen
  • mobben = pesten
  • sauber = schoon
  • sich bemühen = zich inspannen, zijn best doen
  • sofort = meteen
  • treffen = ontmoeten; treffen
  • verschwinden = verdwijnen
  • zerreißen = verscheuren