NL
EN
FR
DE
ES
IT
inloggen
Woordjes leren
Tips
Werkwijze
Starten
Wozzol
Tips
Werkwijze
Over
Gratis en premium
Wozzol voor scholen
Nieuws
Hoe kan Wozzol je helpen?
Start direct!
Woordjes leren
Teksten leren
Plaatjes leren
Standaard woordenlijsten
Uitleg
Instructievideo’s
Veelgestelde vragen
Artikelen
Wil je meer weten over woordjes leren in een vreemde taal. Laat het ons weten
Neem contact op
Woordenlijst
Woordenlijsten
Duits
Malmberg
Na Klar!
HAVO - Leerjaar 5 - 5e editie
Hoofdstuk 8.1
Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.
Acties
Lijst openen om te leren
Print de lijst als
flashcards
Lijst exporteren als tekstbestand
Start kamelenrace
Duits
Nederlands
die Abschlussprüfung
=
het eindexamen
die Ampel
=
het stoplicht
anhalten
=
stoppen
die Arbeit
=
het werk
der Arbeitgeber
=
de werkgever
der Arbeitnehmer
=
de werknemer
der Arbeitsplatz
=
de werkplek
die Arbeitszeiten
=
de werktijden
die Ausbildung
=
de opleiding
aussteigen
=
uitstappen
Bahnhof
=
het station
belastbar
=
stressbestendig
der Beruf
=
het beroep
berufstätig
=
werkzaam
die Bewerbung
=
de sollicitatie
der Bus
=
de bus
chaotisch
=
chaotisch
die Deutschkenntnisse
=
de kennis van het Duits
das Einfühlungsvermögen
=
het inlevingsvermogen
einstellen
=
aanstellen (van een werknemer)
engagiert
=
betrokken
die Erfahrung
=
de ervaring
die Fachkraft
=
de vakman
das Fahrrad
=
de fiets
die Firma
=
de firma
die Fremdsprache
=
de vreemde taal
die Führungskraft
=
de leidinggevende
der / das Gehalt
=
het salaris
der Gehweg
=
het trottoir
gepflegt
=
verzorgd
geradeaus
=
rechtdoor
die Haltestelle
=
de halte
der Kollege
=
de collega (m)
die Kollegin
=
de collega (v)
die Kommunikationsfähigkeit
=
de communicatieve vaardigheid
kündigen
=
opzeggen; ontslaan
der Lebenslauf
=
de levensloop
der Lohn
=
het loon
lösungsorientiert
=
oplossingsgericht
mieten
=
huren
der Mitarbeiter
=
de medewerker
motiviert
=
gemotiveerd
die Muttersprache
=
de moedertaal
nachlässig
=
onverschillig
nett
=
aardig (van karakter)
die offene Stelle
=
de vacature
der Personalleiter
=
de personeelschef
die Probezeit
=
de proeftijd
pünktlich
=
op tijd
sich bewerben um
=
solliciteren naar
Stärken und Schwächen
=
sterke en zwakke punten
stattfinden
=
plaatsvinden
die Straßenbahn
=
de tram
strukturiert
=
gestructureerd
die Teamfähigkeit
=
in staat in een team te kunnen werken
die Teilzeit
=
de deeltijd
der Termin
=
de afspraak
das Trinkgeld
=
de tip/fooi
die U-Bahn
=
de metro
ungeduldig
=
ongeduldig
unordentlich
=
rommelig
die Unterlagen
=
de documenten
Unterwegs
=
onderweg
verantwortungsbewusst
=
verantwoordelijk
das Verkehrsschild
=
het verkeersbord
die Vollzeit
=
de voltijd
zu Fuß
=
lopend, te voet