Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Engels Nederlands
  • across = over
  • Thopas and his horse sped through desolate lands and across rugged plains.

    Thopas en zijn paard spoedde door verlaten streken en over ruige vlakten.

  • charity = goed doel
  • (to) compose = schrijven, componeren
  • (to) discover = ontdekken
  • (to) donate = schenken
  • exciting = spannend, opwindend
  • freezing = ijskoud
  • hard = moeilijk
  • hero = held
  • home = thuis
  • home game = thuiswedstrijd
  • kitchen = keuken
  • We have a kitchen and livingroom downstairs.

    We hebben een keuken en woonkamer beneden.

  • life = het leven
  • neighbours = buren
  • normal / regular = normaal
  • (to) Move = verhuizen
  • (to) prepare = voorbereiden
  • You've got to prepare yourself.

    voorbereiden

  • responsibility = verantwoordelijkheid
  • room = kamer
  • talented = getalenteerd, begaafd
  • (to) travel = reizen
  • town = stad
  • I might need your help protecting our small town.

    stad

  • (to) vote = stemmen
  • (a) record = record