NL
EN
inloggen
Woordjes leren
Tips
Werkwijze
Starten
Wozzol
Tips
Werkwijze
Over
Gratis en premium
Wozzol voor scholen
Nieuws
Hoe kan Wozzol je helpen?
Start direct!
Woordjes leren
Teksten leren
Plaatjes leren
Standaard woordenlijsten
Uitleg
Instructievideo’s
Veelgestelde vragen
Artikelen
Wil je meer weten over woordjes leren in een vreemde taal. Laat het ons weten
Neem contact op
Woordenlijst
Woordenlijsten
Frans
ThiemeMeulenhoff
Franconville
2 t-havo-vwo
2 thv-Etape11
Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.
Acties
Lijst openen om te leren
Print de lijst als
flashcards
Lijst exporteren als tekstbestand
Start kamelenrace
Frans
Nederlands
le stage
=
de stage
le
=
hem
la
=
haar
les
=
hen
présenter à
=
voorstellen aan
tu te plais?
=
vind je het leuk?
le mal du pays
=
de heimwee
une île
=
een eiland
les Antilles françaises
=
de Franse Antillen
chez toi
=
bij jou thuis
la nature
=
de natuur
le volcan
=
de vulkaan
fantastique
=
fantastisch
le créole
=
het Creools
j’aimerais
=
ik zou graag willen
tropicale
=
tropisch
froid
=
koud
la pluie
=
de regen
le vent
=
de wind
ne pas ... non plus
=
ook niet
la cuisine
=
de keuken / de kookkunst / de keuken, de kookkunst
antillais
=
Antilliaans
un ingrédient
=
een ingrediënt
préparer
=
bereiden / koken / bereiden, koken
le département
=
het departement
américain
=
Amerikaans
le voisin
=
de buurman
le défilé
=
de optocht
sauvage
=
wild
partout
=
Overal
régulièrement
=
regelmatig
le pique-nique
=
de picknick
vivre
=
leven, wonen
magnifique
=
prachtig
la plongée
=
het diepzeeduiken / het duiken
parfois
=
soms
le calme
=
de rust
l’est
=
het oosten
l’Afrique
=
Afrika
le paysage
=
het landschap
adorable
=
schattig
lentement
=
langzaam
la capitale
=
de hoofdstad
le carnaval
=
het carnaval
féerique
=
sprookjesachtig
spectaculaire
=
indrukwekkend
la tortue
=
de schildpad
énorme
=
enorm
les Caraïbes
=
de Caraïben
le paradis
=
het paradijs
pratiquer
=
beoefenen
les loisirs
=
de vrijetijdsbesteding
le surf
=
het surfen
troubler
=
verstoren
magique
=
toverachtig, magisch / magisch / toverachtig
la métropole
=
het moederland
pourtant
=
toch
un inconvénient
=
een nadeel, een ongemak / een nadeel / een ongemak
embêtant
=
vervelend