Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Frans Nederlands
  • punir = straffen
  • tomber d'accord = het eens worden
  • la réunion = de vergadering
  • curieux = nieuwsgierig
  • le matériau publicitaire = het reclamemateriaal
  • congédier = ontslaan
  • récompenser = belonen
  • férié = feest
  • résoudre = oplossen
  • se méfier = wantrouwen
  • porter plainte = een klacht indienen
  • fâché = boos
  • la tournure = de wending
  • cacher = verstoppen
  • déterminer = bepalen
  • dégagez = wegwezen, ophoepelen / wegwezen / ophoepelen
  • faire le procès-verbal = de notulen maken
  • n'importe quoi = wat dan ook
  • douter = twijfelen
  • souhaiter la bienvenue = welkom heten
  • emprunter à = lenen van
  • frapper = verbazen, imponeren / verbazen / imponeren
  • le dévouement = de toewijding
  • rafraîchir = opfrissen
  • subir = ondergaan
  • le fric = het geld, de poen / het geld / de poen
  • susciter = opwekken
  • rigoler = grapjes maken, lol hebben / grapjes maken / lol hebben
  • chuchoter = fluisteren
  • mériter = verdienen