Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Frans Nederlands
  • je voudrais = ik wil graag
  • mettre = aantrekken
  • essayer = passen / proberen
  • acheter = kopen
  • commander = bestellen
  • le pantalon = de broek
  • cher / chère = duur
  • rien = niets
  • la soirée = het feestje
  • Ça marche. = Dat komt in orde.
  • demander = vragen
  • quel / quelle = welk(e)
  • peut-être = misschien
  • la question = de vraag
  • qu’est-ce que = wat