Wozzol

Wil je Nederlandse spelling oefenen? Doe dat met de app van Meester Klaas.

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Nederlands Nederlands
  • het geheel, alles bij elkaar, helemaal = totaal, totale
  • bijna alle = vrijwel alle
  • het getal, de hoeveelheid = het aantal
  • niet altijd = soms
  • een getal dat aangeeft hoeveel procent iets is = het percentage
  • omgerekend naar procenten (een procent / een honderdste deel / het percent) = in procenten (%)
  • groter worden (iemand of iets groeit) = groeien
  • groot, vergeleken met iets anders = relatief groot
  • klein, vergeleken met iets anders = relatief klein
  • net zo weinig als = even weinig als
  • binnen grenzen blijven = beperkt blijven
  • heel veel meer worden = enorm toenemen
  • een beetje minder worden = een beetje afnemen