Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Spaans Nederlands
  • detrás = achter
  • coche = de auto
  • paradero = de bushalte
  • chófer = de chauffeur
  • puerta = de deur
  • soñar = dromen
  • seco/a = droog
  • cada = elke
  • fuera = eruit
  • prisa = haast
  • todos = iedereen
  • registrarse = inchecken
  • subir = instappen
  • vez = de keer
  • personas = de mensen
  • mojado/a = nat
  • nadie = niemand
  • abrirse = opengaan
  • llover = regenen
  • silencioso/a = stil
  • detenerse = stoppen
  • playa = het strand
  • bajarse = uitstappen
  • cuento = het verhaal
  • lleno/a = vol
  • camino = de weg