NL
EN
FR
DE
ES
IT
inloggen
Woordjes leren
Tips
Werkwijze
Starten
Wozzol
Tips
Werkwijze
Over
Gratis en premium
Wozzol voor scholen
Nieuws
Hoe kan Wozzol je helpen?
Start direct!
Woordjes leren
Teksten leren
Plaatjes leren
Standaard woordenlijsten
Uitleg
Instructievideo’s
Veelgestelde vragen
Artikelen
Wil je meer weten over woordjes leren in een vreemde taal. Laat het ons weten
Neem contact op
Woordenlijst
Woordenlijsten
Duits
Malmberg
Na Klar!
Na Klar3-5v
Naklar3-5v-K4-DN ->
Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.
Acties
Lijst openen om te leren
Print de lijst als
flashcards
Lijst exporteren als tekstbestand
Start kamelenrace
Duits
Nederlands
anstrengend
=
inspannend / vermoeiend
die Ära / die Epoche
=
het tijdperk
das Jahrhundert
=
de eeuw
der Lärm
=
het lawaai
die Lösung
=
de oplossing
die Marke
=
de grens
der Ort
=
de plek / de plaats
schwer
=
moeilijk
umweltfreundlich
=
milieuvriendelijk
verspätet
=
vertraagd
das Wachstum
=
de groei
die Zukunft
=
de toekomst
der Zweig
=
de tak
anhalten
=
voortduren
allenfalls
=
hoogstens / desnoods
demnächst
=
binnenkort
eintreten
=
plaatsvinden / intreden
erstellen
=
opstellen / maken
erzeugen
=
veroorzaken / teweegbrengen
gewissermaßen
=
als het ware / welhaast
haltbar
=
verdedigbaar / houdbaar
der Kunde
=
de klant
nutzbar
=
te gebruiken
die Rückschau
=
de terugblik
unzureichend
=
onvoldoende
das Verhalten
=
het gedrag
die Vorraussetzung
=
de voorwaarde
der Wohlstand
=
de welvaart
besiegen
=
overwinnen / verslaan
der Erreger
=
de verwekker
fehlen
=
ontbreken / missen
heilen
=
genezen
die Heilung
=
de genezing
kostengünstig
=
voordelig / goedkoop
obwohl
=
hoewel
vernachlässigen
=
verwaarlozen
der Wandel
=
de verandering
abnehmen
=
afvallen
die Begegnung
=
de ontmoeting
ersetzen
=
vervangen
die Flüssigkeit
=
de vloeistof
der Forscher
=
de onderzoeker / de wetenschapper
innerhalb
=
binnen
der Körper
=
het lichaam / het lijf
lediglich
=
slechts / alleen maar
leuchten
=
oplichten
der Nachschub
=
de bevoorrading
der Nachwuchs
=
de nieuwe generatie / de nakomelingen
schmusen
=
knuffelen
schwänzen
=
spijbelen
die Unterhaltung
=
het amusement / het vermaak
das Weltall
=
het heelal
ausharren
=
volharden / volhouden
bringen
=
opleveren
sich einfügen
=
zich aanpassen
einstellen
=
beëindigen / stopzetten
entnervt
=
psychisch gesloopt
hergebracht
=
traditionele
sich über etwas mokieren
=
de draak steken met iets / iets belachelijk maken
quittieren
=
ermee stoppen
der Rabatz
=
de herrie
rasant
=
stormachtig / snel
rätseln
=
gissen / raden
der Tadel
=
de berisping
ungezogen
=
ongedisciplineerd / slecht opgevoed
zustimmen
=
instemmen met / er voor stemmen
die Einbildung
=
de verwaandheid / de arrogantie
erregen
=
opwinden / veroorzaken
die Fähigkeit
=
de vaardigheid / het talent
der Faulpelz
=
de luilak
hinreichend
=
toereikend / voldoende
die Insel
=
het eiland
das Leid
=
het leed / het verdriet
mangelhaft
=
gebrekkig / onvoldoende
rapide
=
snel
die Rauflust
=
de agressie
die Sehnsucht
=
het verlangen
der Stundenplan
=
het lesrooster
sich täuschen
=
zich vergissen
versprechen
=
beloven / toezeggen
der Wettbewerb
=
de concurrentie
die Wirtschaft
=
de economie
einengend
=
beperkend
folgerichtig
=
consequent
die Forderung
=
de eis
ignorieren
=
negeren
das Muss
=
de verplichting / de aanrader
das Phänomen
=
het verschijnsel
scheitern an
=
stuklopen op
die Schranke
=
de barrière
die Warnung
=
de waarschuwing
widersprüchlich
=
tegenstrijdig
zuständig
=
verantwoordelijk / bevoegd
zuvor
=
eerder / vroeger
etabliert
=
gevestigd
ködern
=
lokken
der Reiseveranstalter
=
de touroperator
solvent
=
in staat om te betalen
das Sparprogramm
=
het bezuinigingsbeleid
die Überschneidung
=
de overlapping
verständlich
=
begrijpelijk
der Vorwurf
=
het verwijt
das Alter
=
de leeftijd
ärztlich
=
geneeskundig
der Beschäftigte
=
de werknemer
erschließen
=
ontsluiten
die Reform
=
de reorganisatie / de hervorming
im Ruhestand
=
gepensioneerd
tätig
=
werkzaam
das Viertel
=
een kwart / een vierde