NL
EN
FR
DE
ES
IT
inloggen
Woordjes leren
Tips
Werkwijze
Starten
Wozzol
Tips
Werkwijze
Over
Gratis en premium
Wozzol voor scholen
Nieuws
Hoe kan Wozzol je helpen?
Start direct!
Woordjes leren
Teksten leren
Plaatjes leren
Standaard woordenlijsten
Uitleg
Instructievideo’s
Veelgestelde vragen
Artikelen
Wil je meer weten over woordjes leren in een vreemde taal. Laat het ons weten
Neem contact op
Woordenlijst
Woordenlijsten
Duits
Malmberg
Taalblokken Duits
A1-A2 Werkboek en Online
TBDU-A2-K9-01 Hören
Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.
Acties
Lijst openen om te leren
Print de lijst als
flashcards
Lijst exporteren als tekstbestand
Start kamelenrace
Duits
Nederlands
ein Wochenende planen
=
een weekend plannen
Lasst uns wirklich mal ein Wochenende nach Berlin fahren.
=
Laten we echt eens een weekend naar Berlijn gaan.
Wie wäre es, wenn wir in einem Hotel übernachten?
=
Wat vinden jullie ervan om in een hotel te overnachten?
Ein Hotel finde ich zu teuer.
=
Een hotel vind ik te duur.
Lasst uns lieber am Stadtrand zelten gehen.
=
Laten we liever aan de rand van de stad gaan kamperen.
Zelten möchte ich nicht.
=
Kamperen wil ik niet.
Da gibt es Spinnen und man ist vom Wetter abhängig.
=
Er zijn spinnen en je bent van het weer afhankelijk.
Gibt es denn keine andere Möglichkeit?
=
Is er dan geen andere mogelijkheid?
Wir könnten auch Couchsurfing machen.
=
We zouden ook couchsurfing kunnen doen.
Das ist schwierig.
=
Dat is moeilijk.
Wie wäre es mit einem Hostel?
=
Wat vinden jullie van een hostel?
Das klingt gut.
=
Dat klinkt goed.
Da gibt es welche in der Innenstadt.
=
Die zijn er in de binnenstad.
Das ist viel billiger.
=
Dat is veel goedkoper.
Man lernt auch neue Leute kennen.
=
Je leert ook nieuwe mensen kennen.
Das ist wirklich eine gute Idee.
=
Dat is echt een goed idee.
Dann lasst uns doch mal schauen, was in der Zeit frei ist.
=
Laten we dan even kijken wat er in die tijd vrij is.
auf jeden Fall
=
in elk geval
lassen
=
laten
fahren
=
rijden
finden
=
vinden
zelten
=
kamperen
möchten
=
graag willen
kennen lernen
=
leren kennen
teuer
=
duur
billig
=
goedkoop
abhängig
=
afhankelijk
schwierig
=
moeilijk
frei
=
vrij
gut
=
goed
nach
=
naar
uns
=
ons
obwohl
=
hoewel
zusammen
=
samen
eigentlich
=
eigenlijk
es gibt
=
er is, er zijn
es zu dritt
=
met z'n drieën
das Wochenende
=
het weekend
der Stadtrand
=
de rand van de stad
die Innenstadt
=
de binnenstad
das Wetter
=
het weer
die Zeit
=
de tijd
die Möglichkeit
=
de mogelijkheid
der Fall
=
het geval
die Leute
=
de mensen
die Idee
=
het idee
Was soll ich machen?
=
Wat zal ik doen?
Soll ich das Hostel buchen?
=
Zal ik het hostel boeken?
Das kann ich doch machen.
=
Dat kan ik toch doen.
Vielleicht bekomme ich über die Arbeit noch ein bisschen Rabatt.
=
Misschien krijg ik via mijn werk nog een beetje korting.
Würdest du dann die Freizeitaktivitäten organisieren?
=
Zou jij de vrijetijdsactiviteiten willen organiseren?
Das mache ich.
=
Dat ga ik doen.
Ich werde mich um die Hin- und Rückfahrt kümmern.
=
Ik ga de heen- en terugreis regelen.
Ich muss gucken, ob das mit dem Zug oder mit dem Auto schneller ist.
=
Ik moet kijken of het met de trein of met de auto sneller is.
Das ist doch super.
=
Dat is toch super.
Dann machen wir das so.
=
Dan gaan we dat zo doen.
Ich rufe dann mal im Hostel an.
=
Ik bel dan een hostel op.
Wir schauen im Internet nach.
=
Wij kijken op internet.
vielleicht
=
misschien
ein bisschen
=
een beetje
ob / oder
=
of
schnell
=
snel
mal
=
eens
dann
=
dan
der Rabatt
=
de korting
die Freizeitaktivität
=
de vrijetijdsactiviteit
die Hinfahrt
=
de heenreis
die Rückfahrt
=
de terugreis
die Hin- und Rückfahrt
=
de heen- en terugreis
der Zug
=
de trein
das Auto
=
de auto
das Internet
=
het Internet
sollen
=
zullen
buchen
=
boeken
organinsieren
=
organiseren
werden
=
worden / zullen
sich um etwas kümmern
=
iets regelen / verzorgen
bekommen
=
krijgen
gucken / schauen
=
kijken
anrufen
=
opbellen
telefonisch reservieren
=
telefonisch reserveren
Wie kann ich Ihnen helfen?
=
Hoe kan ik u helpen?
Ich möchte gern eine Reservierung machen.
=
Ik wil graag een reservering maken.
Einen Moment bitte.
=
Een moment alstublieft.
Für welches Datum?
=
Voor welke datum?
Für den fünfundzwanzigsten Juli bitte.
=
Voor 25 juli alstublieft.
Wie viele Nächte möchten Sie bleiben?
=
Hoeveel nachten wilt u blijven?
Wir möchten zwei Nächte bleiben.
=
We willen twee nachten blijven.
Wir sind drei Personen.
=
We zijn met drie personen.
Wie viel würde das kosten?
=
Hoeveel zou dat kosten?
Acht Euro vierzig pro Nacht pro Person, zuzüglich Steuern.
=
8,40 euro per nacht per persoon, vermeerderd met belasting.
Sie können in einem Fünfbettzimmer übernachten.
=
U kunt in een vijfpersoonskamer overnachten.
Da sind noch drei Betten frei.
=
Daar zijn nog drie bedden vrij.
Soll ich die für Sie reservieren?
=
Zal ik die voor u reserveren?
Ja, bitte oder haben Sie noch ein Dreibettzimmer frei?
=
Ja, alstublieft, of heeft u nog een driepersoonskamer vrij?
Nein, leider nicht.
=
Nee, helaas niet.
Wie ist Ihr Name?
=
Wat is uw naam?
Wie möchten Sie bezahlen?
=
Hoe wilt u betalen?
Mit Kreditkarte bitte.
=
Met creditcard alstublieft.
Wie ist ihre Kartennummer?
=
Wat is uw kaartnummer?
Entschuldigen Sie, ich habe mich versprochen.
=
Mijn excuses, ik heb me versproken.
Und das Gültigkeitsdatum?
=
En de geldigheidsdatum?
Die Karte ist bis zum Januar 2015 gültig.
=
De kaart is tot januari 2015 geldig.
Okay, alles in Ordnung.
=
Oké, alles in orde.
Dann habe ich für Sie drei Betten reserviert.
=
Dan heb ik voor u drie bedden gereserveerd.
Wir sehen uns dann am 25. Juli.
=
We zien elkaar dan op 25 juli.
Auf Wiederhören.
=
Tot horens.
zuzüglich
=
vermeerderd met
die Steuer
=
de belasting
die Kreditkarte
=
de creditcard
in Ordnung
=
in orde
gültig
=
geldig
das Gültigkeitsdatum
=
de geldigheidsdatum
die Entschuldigung
=
de excuses
Informationen erfragen
=
Informatie opvragen
Kann ich Ihnen helfen?
=
Kan ik u helpen?
Ich möchte gern wissen, wann der Filmpark geöffnet ist.
=
Ik wil graag weten wanneer het filmpark geopend is.
Wir haben in den Sommermonaten täglich von 10 bis 18 Uhr geöffnet.
=
We zijn in de zomermaanden dagelijks van 10.00 tot 18.00 uur geopend.
Am Wochenende sogar eine Stunde länger.
=
In het weekend zelfs een uur langer.
Nur im April und September haben wir montags immer geschlossen.
=
Alleen in april en september zijn we maandags altijd gesloten.
Wie viel kostet das pro Person?
=
Hoeveel kost dat per persoon?
Kinder und Jugendliche bis 16 Jahre bezahlen 14 Euro.
=
Kinderen en jongeren tot 16 jaar betalen 14 euro.
Ab 16 bezahlen Sie 21 Euro pro Person.
=
Vanaf 16 jaar betaalt u 21 euro per persoon.
Haben Sie noch weitere Fragen?
=
Heeft u verder nog vragen?
Ich habe gehört, dass man an einer Stuntshow teilnehmen kann.
=
Ik heb gehoord dat je aan een stuntshow deel kan nemen.
Ich weiß nicht, ob man bestimmte Voraussetzungen mitbringen muss.
=
Ik weet niet of je aan bepaalde voorwaarden moet voldoen.
Eigentlich kann das jeder machen.
=
Eigenlijk kan iedereen dat doen.
Sie müssen gesund sein und auch ein bisschen Mut mitbringen.
=
U moet gezond zijn en een beetje durf meebrengen.
Allerdings muss jeder vorher an einem Sicherheitstraining teilnehmen.
=
Echter iedereen moet van tevoren aan een veiligheidstraining deelnemen.
Es sollen keine Unfälle passieren.
=
Er moeten geen ongelukken gebeuren.
Und wie lange dauert so ein Kurs?
=
Hoelang duurt zo'n cursus?
Ungefähr eine halbe Stunde.
=
Ongeveer een halfuur.
Danach besteht die Möglichkeit, eine kleine Rolle in unserer Show zu übernehmen.
=
Daarna bestaat de mogelijkheid een kleine rol in onze show te spelen.
Wenn Sie planen am Wochenende zu kommen,
=
Als u plant om in het weekend te komen,
empfehlen wir Ihnen sich vorher für das Sicherheitstraining anzumelden.
=
bevelen we u aan u van tevoren voor de veiligheidstraining in te schrijven.
Das erspart zum Teil längere Wartezeiten.
=
Dat bespaart gedeeltelijk lange wachtrijen.
Wir wollen am Wochenende kommen.
=
We willen in het weekend komen.
Wie können wir uns anmelden?
=
Hoe kunnen we ons inschrijven?
Sie können sich entweder telefonisch oder auf unserer Webseite anmelden.
=
U kunt zich of telefonisch of op onze website aanmelden.
Vielen Dank für die Informationen.
=
Bedankt voor de informatie.
Gern geschehen.
=
Graag gedaan.
täglich
=
dagelijks
sogar
=
zelfs
montags
=
maandags
bestimmte
=
bepaalde
jeder
=
iedereen
gesund
=
gezond
vorher
=
van tevoren
so dass
=
zodat
schon
=
al
entweder…oder…
=
of…of
gern geschehen
=
graag gedaan
öffnen
=
openen
schließen
=
sluiten
kosten
=
kosten
hören
=
horen
teilnehmen
=
deelnemen
mitbringen
=
meebrengen
passieren
=
gebeuren
bestehen
=
bestaan
übernehmen
=
overnemen
planen
=
plannen
empfehlen
=
aanbevelen
anmelden
=
inschrijven
der Sommer
=
de zomer
der Monat
=
de maand
die Kinder
=
de kinderen
die Jugendlichen
=
de jongeren
die Voraussetzung
=
de voorwaarde
die Sicherheit
=
de veiligheid
der Unfall
=
het ongeluk
der Kurs
=
de cursus
die Wartezeit
=
de wachttijd
die Information(en)
=
de informatie