NL
EN
FR
DE
ES
IT
inloggen
Woordjes leren
Tips
Werkwijze
Starten
Wozzol
Tips
Werkwijze
Over
Gratis en premium
Wozzol voor scholen
Nieuws
Hoe kan Wozzol je helpen?
Start direct!
Woordjes leren
Teksten leren
Plaatjes leren
Standaard woordenlijsten
Uitleg
Instructievideo’s
Veelgestelde vragen
Artikelen
Wil je meer weten over woordjes leren in een vreemde taal. Laat het ons weten
Neem contact op
Woordenlijst
Woordenlijsten
Duits
Malmberg
Taalblokken Duits
B2 Gespräche führen Online
B2 Gespräche führen Lektion 10
Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.
Acties
Lijst openen om te leren
Print de lijst als
flashcards
Lijst exporteren als tekstbestand
Start kamelenrace
Duits
Nederlands
Ich wüsste gern, ob…
=
Ik zou graag willen weten, of…
Wir haben die Absicht …
=
We zijn van plan…
Ich würde sagen innerhalb von zwei Wochen.
=
Ik zou zeggen binnen twee weken.
Geht das?
=
Lukt dat?
Es dauert aber etwas länger.
=
Het duurt alleen wat langer.
Der Film soll etwa 25 Minuten dauern.
=
De film moet zo'n 25 minuten duren.
Das Meiste bleibt beim Alten.
=
Het meeste blijft zoals het is.
die Änderung
=
de wijziging
Wann brauchen sie die CD?
=
Wanneer heeft u de cd nodig?
Zwei Wochen schaffen wir.
=
Twee weken redden wij.
die Einzelheit
=
het detail
Um wie viele Maschinen handelt es sich?
=
Om hoeveel machines gaat het?
das Übersetzungsbüro
=
het vertaalbureau
die Zusatzausrüstung
=
de extra equipment
die Schwierigkeit
=
de moeilijkheid
Das hört sich gut an.
=
Dat klingt goed.
vorführen
=
demonstreren
der Konstrukteur
=
de constructeur
Wir werden unser Bestes tun.
=
We zullen ons best doen.
Dann wir wissen, womit wir rechnen können.
=
Dan weten wij waarmee we rekening moeten houden.
der Kostenvoranschlag
=
de begroting
sobald
=
zodra
so bald wie möglich
=
zo snel mogelijk
das Pech
=
de tegenslag
die Ausfahrt
=
de afrit
Das gibt’s doch nicht!
=
Dat kan toch niet zijn!
Ich werde verrückt.
=
Ik word gek.
Die ist jetzt abgesperrt.
=
Die is nu afgezet.
Um Himmels willen!
=
In vredesnaam!
der Lagereingang
=
de magazijningang
Ich habe die Nase voll.
=
Ik ben het zat.
einen Umweg machen
=
omrijden
überqueren
=
oversteken
abbiegen
=
afslaan
Ich habe mir alles gemerkt.
=
Ik heb alles onthouden.