NL
EN
inloggen
Woordjes leren
Tips
Werkwijze
Starten
Wozzol
Tips
Werkwijze
Over
Gratis en premium
Wozzol voor scholen
Nieuws
Hoe kan Wozzol je helpen?
Start direct!
Woordjes leren
Teksten leren
Plaatjes leren
Standaard woordenlijsten
Uitleg
Instructievideo’s
Veelgestelde vragen
Artikelen
Wil je meer weten over woordjes leren in een vreemde taal. Laat het ons weten
Neem contact op
Woordenlijst
Woordenlijsten
Duits
De Uitgeversgroep
DUI 2 op B1-niveau
B1 - Deel Luchtvaart - 1e editie
LVD DUI 2, Hoofdstuk 3 - C
Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.
Acties
Lijst openen om te leren
Print de lijst als
flashcards
Lijst exporteren als tekstbestand
Start kamelenrace
Duits
Nederlands
Mahlzeit!
=
eet smakelijk 1
guten Appetit
=
eet smakelijk 2
setzen Sie sich
=
gaat U zitten
guten Morgen
=
goedemorgen
guten Abend
=
goedenavond
ist alles in Ordnung?
=
alles in orde?
bleiben Sie sitzen!
=
blijft u zitten!
abgemacht!
=
afgesproken
es tut mir leid
=
het spijt mij
gern geschehen
=
graag gedaan / geen dank
wie geht es Ihnen?
=
hoe gaat het met u?
mit Vergnügen
=
met plezier
ich wünsche Ihnen einen guten Flug
=
prettige vlucht
wie bitte?
=
wat zegt U?
bitte
=
alstublieft
Willkommen an Bord
=
welkom aan boord
auf Wiedersehen
=
tot ziens
gute Nacht
=
welterusten
kann ich Ihnen den Mantel abnehmen?
=
Kan ik uw jas aanpakken?
einen Moment, bitte
=
een ogenblikje, a.u.b.
Möchten Sie etwas zu essen haben?
=
Wilt u iets eten?
Möchten Sie etwas zu trinken haben?
=
Wilt u iets drinken?
Sie können .. oder .. wählen.
=
U kunt .. of .. kiezen.
Sie können zwischen (3) .. oder .. wählen
=
U kunt tussen .. of .. kiezen
Wir haben eine kleine/große
=
We hebben een kleine/grote
Auswahl an verschiedenen Gerichten
=
keuze in verschillende gerechten
Guten Appetit, hoffentlich schmeckt's Ihnen
=
Eet smakelijk, hopelijk smaakt het u
Klappen Sie bitte Ihren Tisch herunter, dann kann
=
Klapt u a.u.b. uw tafeltje naar beneden,
ich Ihnen Ihr Gericht/Essen darauf Stellen
=
dan kan ik uw gerecht/eten erop zetten
Ich bringe Ihnen gleich Ihr Besteck
=
Ik breng u meteen uw bestek
Würden Sie bitte Ihre Rückenlehne ein wenig
=
Wilt u zo vriendelijk zijn de rugleuning van de
nach vorne lassen kommen, dann hat der
=
stoel rechtop te zetten, dan heeft de passagier
Fluggast hinter Ihnen etwas mehr Platz zum essen
=
achter U iets meer ruimte om te eten
Tut mir leid, dass wir Ihre Spezialmahlzeit nicht an Bord haben.
=
Het spijt mij, dat de speciale maaltijd voor u niet aan boord is
Vielleicht möchten Sie statt dessen .. oder .. essen.
=
Misschien wilt u in plaats daarvan .. of .. eten.
Sehen Sie es auf dem Wagen?
=
Ziet u het op de trolley?
Zeigen Sie es mir bitte!
=
Laat u het eens zien!
Hat's geschmeckt?
=
Heeft het gesmaakt?